Charlotte van Lotringen is PhD-onderzoeker aan de Universiteit Twente. Ze onderzoekt hoe technologie op een compassievolle manier geïntegreerd kan worden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Centrale vragen in haar werk zijn: hoe kunnen digitale middelen bijdragen aan het verlichten van lijden? En kan technologie misschien zelfs de compassie tussen behandelaar en cliënt versterken? In haar onderzoek verbindt ze theorie en praktijk en hanteert ze een ontwerpgerichte aanpak. De wisselwerking tussen wetenschap, ontwerp en zorg speelt daarbij een sleutelrol.

8D | Research + Design = Impact ondersteunde van Lotringen bij de realisatie van een kaartenset die ggz-professionals en cliënten helpt om smartwatches betekenisvol te gebruiken binnen leefstijlgerichte behandelingen. De kaartenset wordt momenteel als onderzoeksinstrument gebruikt in een Single-Case Experimental Design (SCED)-studie. In deze studie wordt onderzocht of en hoe de kaartenset invloed heeft op de ervaren compassie in de behandeling, de acceptatie van de smartwatches en de therapeutische relatie zoals ervaren door professionals in de ggz. 

“Binnen mijn promotietraject onderzoeken we hoe technologie beter kan aansluiten bij de praktijk van de ggz. In plaats van technologie volledig te benaderen als efficiëntiemiddel – dus als manier om werkdruk te verlagen of kosten te besparen – kijken wij naar hoe digitale hulpmiddelen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de behandelrelatie en het verlichten van lijden. Deze benadering sluit aan bij een kernwaarde die veel behandelaren en cliënten in de ggz belangrijk vinden, namelijk een compassievol en menselijk contact met cliënten. Technologie heeft vaak de bijsmaak ‘kil’ te zijn en afstand te creëren tussen mensen. Dat staat de adoptie van technische hulpmiddelen in de ggz in de weg, ook wanneer ze wel een positief verschil zouden kunnen maken.” 

“Het onderzoeksprogramma wordt gefinancierd door NWO, Dimence Groep en Minddistrict en bestaat uit verschillende onderdelen. We zijn gestart met een systematische literatuurstudie naar compassionate technology: digitale toepassingen die compassie in zorgrelaties kunnen ondersteunen of versterken. Hieruit bleek dat deze link nog nauwelijks gelegd wordt, terwijl compassie juist een heel belangrijke waarde is voor de mensen om wie het gaat. In interviews die ik hield met cliënten en behandelaren, beschreven zij in hun eigen woorden wat zij belangrijk vinden in de behandeling: luisteren, de menselijke relatie, medeleven en het bieden of ontvangen van steun om lijden te verlichten. Allemaal zaken die te maken hebben met compassie. De manier waarop digitale middelen binnen ggz-organisaties worden aangereikt, sluit echter lang niet altijd aan bij deze kernwaarde, laat staan dat ze vanuit deze lens worden beoordeeld. Daarom ontwikkelden we samen met ggz-medewerkers een meetinstrument: de Compassionate Technology Scale for Professionals. Hiermee kunnen zorgprofessionals beoordelen in hoeverre technologie als compassievol wordt ervaren.” 

Met al deze kennis op zak ging Van Lotringen de praktijk in, waar ze inzoomde op het gebruik van smartwatches in leefstijlbehandelingen. Veel ggz-instellingen beschikken al over smartwatches, maar ze worden lang niet altijd ingezet. Van Lotringen: “Op de afdeling waar ik nu mee samenwerk, was er een duidelijke wens van zowel cliënten als behandelaren om heldere ondersteuning te krijgen bij het gebruik van de smartwatches. Voor mij een mooie kans om te ervaren hoe de conclusies uit ons voorgaande onderzoek zich in de praktijk manifesteren en bovenal: wat ervoor nodig is om compassievolle technologie op de werkvloer te integreren.”

“In een reeks van vijf co-designsessies onderzocht ik samen met behandelaren en cliënten hoe smartwatches wél een waardevolle rol kunnen spelen binnen groepsbehandelingen. De centrale vraag was: welke informatieve hulpmiddelen zijn nodig om deze technologie zo te introduceren dat ze compassie versterkt tussen behandelaar, cliënt en groepsgenoten, in plaats van die juist te ondermijnen?” Om inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten en behandelaren, maakte Van Lotringen samen met de afdeling visuele tijdlijnen van het behandeltraject, waarop ze de mogelijke toegevoegde waarde van de smartwatch in kaart brachten. Vervolgens ontwikkelde ze verschillende prototypes met informatie over het gebruik van smartwatches in leefstijlbehandelingen, zoals posters, infographics en gesprekskaartjes. Van Lotringen: ‘Sommige prototypes waren gericht op het verhogen van efficiëntie, andere juist op het versterken van compassie. Via rollenspellen hebben we de prototypes getest. Uiteindelijk hadden behandelaren een grote voorkeur voor een kaartenset met heldere taal en aandacht voor compassie. Die vorm bleek het meeste ruimte te bieden voor nuance, maatwerk en echte gesprekken tussen behandelaar en cliënt.”

“Het is geen tool die voorschrijft wat je moet doen met de smartwatch, maar een uitnodiging tot een gesprek over de mogelijke toegevoegde waarde van deze technologie binnen de behandeling. De kaartenset helpt behandelaren en cliënten samen te reflecteren, zowel op de voordelen van een smartwatch als op de dingen die je met een korreltje zout mag nemen, of zaken waar je juist alert op moet zijn. Belangrijk is dat het gebruik van technologie niet wordt opgedrongen. Je kunt de kaartenset daarom ook gebruiken zonder smartwatch. Maar als die er wél is, bieden de kaarten handvatten om hem op een compassievolle manier te integreren in de behandeling.”

Na de co-design sessies en het toetsen van prototypes klopte ik aan bij 8D om de kaartenset verder te ontwikkelen op grafisch vlak en ondersteuning te krijgen bij een aantal belangrijke designkeuzes. Bas, de ontwerper, stelde scherpe vragen: wie gebruikt de kaarten, in welke setting? Hoe zorgen we dat iedereen mee kan doen? Al itererend vonden we antwoorden op vragen als: hoe maken we een interventie waarin cliënten zonder smartwatch zich niet buitengesloten voelen, maar waarin de mogelijkheden van technologie tóch een duidelijke plek krijgen? Een waardevolle toevoeging van Bas was het idee om stellingen toe te voegen aan de gesprekskaarten, waarmee het mogelijk wordt om op een interactieve manier kaarten te kiezen die relevant zijn voor de groep. Daarnaast was hij scherp op visuele rust en toegankelijkheid: hoe maak je de boodschap duidelijk zonder het materiaal te overladen met tekst?”

“De kaartenset wordt momenteel ingezet in een SCED-studie, waarin we een aantal behandelaren langere tijd volgen; eerst zonder de kaartenset en inmiddels mét kaartenset. Na elke behandelsessie vullen cliënten en behandelaren een korte vragenlijst in, onder andere over hoe compassievol de behandeling werd ervaren. Zo onderzoeken we of deze blended aanpak – dus technologie in combinatie met menselijke reflectie – daadwerkelijk bijdraagt aan de kwaliteit van de zorgrelatie.” 

“Na mijn psychologie studie was ik vooral gericht op kwantitatief onderzoek. Inmiddels geloof ik juist sterk in de waarde van kwalitatief onderzoek met een designbenadering. Zeker in de ggz is het belangrijk dat onderzoek niet te ver van de praktijk afstaat. Een diepgaande aanpak, met ruimte voor nuance en maatwerk, kan dan juist veel opleveren. Voor mij draait het steeds meer om: wat wil je écht begrijpen of bereiken? Dáár kies je je aanpak op.”

“De potentie is groot, maar het vraagt wel om nauwe samenwerking tussen onderzoekers, ontwerpers, zorgprofessionals en cliënten. Compassie klinkt voor sommigen in eerste instantie misschien als iets vaags of zachts, maar het is juist een hele heldere en krachtige waarde. Als je compassie als uitgangspunt neemt, dan vallen veel keuzes op het vlak van ontwerp en implementatie op hun plek.” 


van Lotringen, C., Lusi, B., Westerhof, G. J., Ludden, G. D., Kip, H., Kelders, S. M., & Noordzij, M. L. (2023). .
The Role of Compassionate Technology in Blended and Digital Mental Health Interventions: Systematic Scoping Review. JMIR Mental Health, 10(1), e42403. https://doi.org/10.2196/42403

Systematische scoping review waarin het concept compassionate technology wordt gedefinieerd en uitgewerkt in de context van blended en digitale ggz-interventies. De studie identificeert ontwerpprincipes en werkingsmechanismen die kunnen bijdragen aan het bevorderen van compassie via technologie. 

van Lotringen, C. M., ten Klooster, P. M., Austin, J., Westerhof, G. J., Kelders, S. M., & Noordzij, M. L. (2024). Development of the Compassionate Technology Scale for Professionals (CTS-P): value driven evaluation of digital mental health interventions. BMC Digital Health, 2(1), 77. https://doi.org/10.1186/s44247-024-00132-6

Mixed-method studie naar hoe zorgprofessionals digitale interventies evalueren op het gebied van compassie. Op basis van kwalitatieve en kwantitatieve data is een meetschaal (CTS-P) ontwikkeld voor het beoordelen van digitale ggz-technologie vanuit waarden als menselijkheid, verbondenheid en autonomie.

van Lotringen, C. M., Jeken, L., Westerhof, G. J., Ten Klooster, P. M., Kelders, S. M., & Noordzij, M. L. (2021). Responsible relations: a systematic scoping review of the therapeutic alliance in text-based digital psychotherapy. Frontiers in Digital Health, 3, 689750. https://doi.org/10.3389/fdgth.2021.689750

Reflectie op hoe theoretische modellen uit de implementatiewetenschap zich vertalen naar de praktijk bij een commerciële aanbieder van e-mental health. De auteurs belichten de samenwerking tussen wetenschap en praktijk, en bespreken concrete spanningen en leerpunten rondom de invoering van digitale zorgtechnologieën in de ggz.


Abonneer je op onze nieuwsbrief