Design thinking in de zorg: ontwerp de verandering, niet enkel de toepassing

8D heeft sinds 2014 tientallen innovatieprojecten binnen de zorgsector begeleid. Steeds opnieuw merkten we dat design thinking een krachtige aanpak is om complexe vraagstukken te ontrafelen en tot mensgerichte oplossingen te komen. Maar hoewel de methode inmiddels breed wordt toegepast bij het ontwerpen van zorginnovaties, zien we dat ontwerpgericht werken vaak ophoudt bij een cruciale fase: de implementatie. In dit artikel delen we lessen uit een decennium praktijkervaring én onderzoek, met als centrale boodschap: ontwerp niet alleen het product, maar ook de verandering zelf.

Reanimatie van pasgeboren baby's, 8D Games, MCL, Zorginnovatie, serious games in de zorg, design thinking in de zorg

Een veelvoorkomende valkuil in zorginnovatie is het abrupt stoppen van co-creatie na het ontwikkelproces. Patiënten en zorgprofessionals worden nog betrokken bij de eerste fases van het traject, maar wanneer praktische vragen opduiken zoals “Hoe past dit binnen de werkdruk?” of “Hoe leggen we dit uit aan patiënten?”, zijn diezelfde eindgebruikers vaak niet meer aan tafel. En dat terwijl juist zij de sleutel vormen tot succesvolle implementatie.

Design thinking biedt ook voor deze fase krachtige handvatten. Door dezelfde principes (luisteren, itereren, samen creëren) toe te passen op communicatie, training en werkinbedding, ontstaan oplossingen die niet alleen effectief kennis en vaardigheden overbrengen, maar ook gedragen worden door degenen die ermee moeten werken. Implementatie wordt dan geen nagedachte, maar een integraal onderdeel van het ontwerpproces

De afgelopen jaren heeft ons team er een punt van gemaakt implementatie al vroeg in het innovatieproces mee te nemen en samenwerkingspartners hier actief over te laten nadenken. Nu zien we dat steeds meer partners werk maken van implementatie op inspirerende manieren. Neem de manier waarop Frisius MC (voorheen Medisch Centrum Leeuwarden) de implementatie van een beweegroute op de afdeling Cardiologie aanpakte. De route was al ontworpen en fysiek aanwezig in het gebouw, maar dat betekende nog niet dat medewerkers en vrijwilligers ermee aan de slag konden. Daarom zette het ziekenhuis met ons ontwerpteam en co-creatieve vervolgstap: samen met vrijwilligers bespraken ze hoe de route kon worden aangeboden, hoe ze patiënten konden begeleiden, en welke bezwaren of onzekerheden (zoals over veiligheid of het scannen van QR-codes) eerst moesten worden weggenomen.

Dit soort sessies leveren vaak uitkomsten op die geen enkele ontwerper of manager zonder input van mensen op de werkvloer had kunnen bedenken. Soms is de oplossing zo simpel als een eenvoudig geprint A4’tje op de koelkast in de teamkantine, of het aanmaken van een Whatsapp-groepje met moderator. Met andere woorden: co-creatie vereist een voorinvestering, namelijk de tijd nemen naar elkaar te luisteren. Maar de oplossingen die zo ontstaan maken zaken op de langere termijn juist veel eenvoudiger en effectiever.

Een treffend voorbeeld uit ons whitepaper over implementatie van zorginnovaties is de ervaring van intensivist Carina Bethlehem, met wie wij samenwerkten aan een VR-training voor revalidatie na een opname op de Intensive Care (IC). Op haar afdeling is voor nieuwe processen en toepassingen een “super user” aangewezen: een zorgprofessional die alles weet van de betreffende innovatie en als eerste aanspreekpunt dient voor collega’s. Geen dikke handleiding, maar gewoon iemand die je snel even kunt aanschieten met een vraag.

Als we design thinking écht willen inzetten voor duurzame zorgvernieuwing, vraagt dat om een bredere blik. Onderzoekers zullen methoden moeten omarmen die ruimte bieden voor context en dynamiek. Denk aan vormen als investigative rehearsal of embedded trial-and-error. Methodes waarbij het proces minstens zo belangrijk is als de uitkomst. Wij zien hier veel bereidheid toe, maar de financieringsinstrumenten zijn er vaak nog slecht op toegespitst, met een sterke nadruk op gegarandeerde outcomes. Op die manier wordt design thinking onmogelijk.

Voor beleidsmakers en subsidieverstrekkers betekent dit dat de financiering van zorginnovatie herzien moet worden. De kloof tussen oplevering en validatie (een bericht ‘financieringsgat’) is vaak te groot. Toepassingen moeten jaren draaien voordat ze wetenschappelijk erkend worden en vergoed kunnen worden. Begrijpelijk, maar voor veel leveranciers en ontwikkelaars, veelal MKB-bedrijfjes, is dit onoverbrugbaar. Zonder structurele ondersteuning voor implementatie en doorontwikkeling zullen veelbelovende innovaties hierdoor onvermijdelijk blijven hangen in de pilotfase.

De kern van design thinking is altijd mensgerichtheid geweest. Die focus op de mens mag niet ophouden bij het prototype, maar moet doorlopen tot in de implementatie, training en borging. Ze moet voortleven in de manier waarop ontwerpers samenwerken met onderzoekers, en in hoe subsidieverstrekkers en beleidsmakers verandering mogelijk maken. Door écht te luisteren naar waar andere actoren in het innovatieveld tegenaan lopen, en met empathie en oprechte betrokkenheid veranderingen te initiëren die reiken voorbij het eigen domein. Dat vergeten we nog wel eens in de hectiek van alledag en de druk om te presteren. Ontwerp dus niet alleen toepassingen, maar ook de verandering zelf, op een systemische manier. Dáár ligt de sleutel tot duurzame innovatie in de zorg.

TechTalk #1: PhD-onderzoeker Lise Beumeler

Wie zijn toch die mensen die bruggen bouwen tussen wetenschap, techniek en maatschappelijke vraagstukken? Daarover voelen we de komende tijd een aantal samenwerkingspartners aan de tand. Lise Beumeler – PhD-onderzoeker aan RuG Campus Fryslân – bijt het spits af.

Lees blog

Abonneer je op onze nieuwsbrief