Samen nadenken over vorm en implementatie
Tijdens het co-creatieproces werd al gauw duidelijk dat de training geen ‘traditionele’ e-learning moest worden die losstaat van de praktijk. Dijkman: ‘Alleen een e-learning of module biedt vaak niet voldoende houvast om de kennis ook daadwerkelijk toe te passen. Eigenlijk wil je nieuwe vaardigheden direct trainen op de werkvloer, in de dagelijkse praktijk. De uitdaging daarbij is dat het moet passen binnen een toch al overvol werkschema, zonder nog meer druk op te leveren.”
Uit de sessies bleek dat deelnemers het leuk zouden vinden om samen te leren en kwamen belangrijke implementatievragen ter sprake. Dijkman: “De ene afdeling heeft bijvoorbeeld een vast contactmoment op de dag om bij zo’n training stil te staan, en de andere afdeling niet. Als we echt iets afdelingsoverstijgends wilden maken, moesten we daar dus rekening mee houden: geen training die een lange instructie of overleg vraagt, maar een vorm waarmee je gemakkelijk en snel aan de slag kunt.”
Toen de randvoorwaarden en wensen helder waren, werd 8D ingeschakeld om de vertaalslag te maken van ‘idee en randvoorwaarden’ naar tastbaar product. “We wisten op dat moment dat we korte praktijkopdrachten wilden ontwikkelen die je door de dag heen kunt doen,” zegt Dijkman, “maar waren er nog niet over uit hoe we die opdrachten op een laagdrempelige manier konden aanbieden.”
“We wisten dat we korte praktijkopdrachten wilden ontwikkelen die je door de dag heen kunt doen, maar waren er nog niet over uit hoe we die opdrachten op een laagdrempelige manier konden aanbieden.”
Van idee naar product
Gaandeweg ontstond het idee voor een kaartenset. Een ogenschijnlijk eenvoudige vorm die toch nog verrassend veel lastige ontwerpkeuzes vergde. Denk aan: welk formaat is handig? Hoe lang mogen de teksten zijn om ze bruikbaar te houden? Moet er verdiepende informatie beschikbaar zijn en zo ja, hoe maken we die toegankelijk? Hoe voeg je iets van een spelelement toe, zonder dat het direct veel instructie of overleg vergt?’
8D-designer Giel Hekkert hielp om het hele scala aan ontwerpkeuzes inzichtelijk te maken. “Door verschillende prototypes van de kaarten te laten zien, kon het co-creatieteam onderbouwde keuzes maken,” vertelt hij. “Prototyping dwingt je om concreet na te denken over wat je wilt bereiken, voor wie en onder welke omstandigheden. Dat is de kern van strategisch ontwerp: je neemt het hele systeem rondom het product mee in je keuzes.”
Ook deze fase bracht nieuwe randvoorwaarden aan het licht. De uitdaging was om één ontwerp te maken dat zowel inzetbaar zou zijn in het onderwijs als in het ziekenhuis – iets wat, eenmaal aan de slag met de kaarten en de inhoudsdiepte, nauwelijks haalbaar bleek. Lankhorst legt uit: “Studenten moeten kunnen oefenen met dezelfde principes, maar in een context en op een niveau dat past bij hun leerfase. Daarnaast is de praktijk anders: studenten oefenen vooral met elkaar, terwijl verpleegkundigen met echte patiënten werken binnen een vast team. Dat vraagt om een andere inhoud en dynamiek.”
Uit dat spanningsveld ontstond het idee om geen vastomlijnd product te bouwen, maar een flexibel framework. Hekkert: “We ontwierpen een basistemplate en instructies waarmee gebruikers zelf nieuwe kaarten of uitbreidingen kunnen maken. Geen statisch product, maar een fundament waarop afdelingen, onderzoekers en docenten zelfstandig kunnen voortbouwen. Zo hoeven partners niet telkens bij ons aan te kloppen voor kleine aanpassingen, en blijft er meer tijd, energie en budget over voor onderzoek en implementatie.”
“Prototyping dwingt je om concreet na te denken over wat je wilt bereiken, voor wie en onder welke omstandigheden.
Testfase en draagvlak
Inmiddels zijn er twee versies van de kaartenset volledig uitgewerkt met praktijkopdrachten: één voor gebruik in het ziekenhuis en één voor het mbo en hbo. Denk aan opdrachten als: pas vandaag de terugvraagmethode toe in het contact met een patiënt; of log samen met een patiënt in op het digitale portaal. Is de opdracht uitgevoerd, dan mag de kaart op de juiste plek worden opgehangen op het teambord. Zo ontstaat langzaam een afbeelding die collega’s samen bij elkaar puzzelen. Iedere kaart bevat daarnaast een QR-code met verdiepende informatie.
Lankhorst: “Het was bijzonder om te zien hoe enthousiast de deelnemers van de co-creatiesessie aan de slag gingen met het bedenken en uitwerken van opdrachten en verdiepende informatie; de inhoud sluit daardoor goed aan op wat zij in de praktijk tegenkomen.”
De komende tijd worden de kaartensets getest in zowel het ziekenhuis als het onderwijs. In het ziekenhuis onderzoekt Dijkman wat de opdrachten betekenen voor de vaardigheden en houding van verpleegkundigen én voor hun contact met patiënten. In het mbo en hbo wordt gekeken hoe de aangepaste set bijdraagt aan het vergroten van kennis en bewustzijn bij studenten. Volgens Lankhorst is het enthousiasme om mee te werken groot: “Deelnemers die eerder meededen aan de co-creatie, hebben nu echt zin om ermee aan de slag te gaan.”
Dat is bewonderenswaardig, vindt designer Hekkert: “Wij horen vaak dat het lastig is om voldoende betrokken deelnemers te vinden voor de evaluatie van interventies. De tijd die jullie in co-creatie hebben gestoken, betaalt zich nu terug in draagvlak om het product echt te gebruiken.”
Ambities voor de toekomst
Dijkman hoopt dat de training straks merkbaar verschil maakt. “Als verpleegkundigen dankzij de opdrachten eerder signaleren dat iemand extra uitleg nodig heeft, of samen durven kijken naar digitale tools, dan draagt dat bij aan betere zorg. Uiteindelijk zou het natuurlijk heel mooi zijn als we een afname zien van bijvoorbeeld medicatiefouten of heropnames doordat professionals betere ondersteuning bieden aan patiënten die moeite hebben zorginformatie te verkrijgen en begrijpen; met dit project hopen we daaraan een steentje bij te dragen.”
Tot slot ziet ze kansen voor bredere toepassing van deze manier van leren op de werkvloer. “Er is veel animo vanuit andere afdelingen en vakgenoten, en er wordt al nagedacht over hoe deze aanpak in andere contexten bruikbaar is. Blijkt dit effectief, dan hebben we een mooi voorbeeld in handen van hoe je leren op de werkvloer op een toegankelijke manier kunt aanpakken.”
Het project Empowering Nurses to Empower their Patients (ENEP) is een samenwerking tussen Isala, Hogeschool Windesheim, Universiteit Twente, Drenthe College, Pharos en 8D | Research + Design = Impact. Het project wordt gefinancierd door ZonMw.